‘Van Heerlijkheid tot badplaats’ is de titel van de masterscriptie van ons redactielid Kees Zwaan over de ontwikkeling van Callantsoog tot badplaats van 1876-1940. Kees heeft zijn scriptie bewerkt tot een boek met zeer veel zwart-wit illustraties. Hier volgt een gedeelte van de inleiding uit het boek dat ongeveer 178 pagina’s telt.
Inleiding
‘De verharde weg van Schagen naar Callantsoog buigt naar het westen af en zo zijn we spoedig in het laatstgenoemde dorp. Ook dit plaatsje krijgt al een beetje de allures van een badplaats’ is te lezen in een reisgidsje uit 1935. De aanleg van verharde wegen bleek een factor van belang bij de opkomst van het toerisme in Callantsoog, evenals de introductie van fietsen en auto’s. Nu kon men gemakkelijk een dagje naar het strand of logeren in een hotel in Callantsoog. Badplaatsen als Scheveningen en Zandvoort waren al veel eerder tot ontwikkeling gekomen. De geïsoleerde ligging en de slechte infrastructuur waren factoren die de opkomst van Callantsoog tot badplaats negatief beïnvloedden, maar er was nog een factor in het spel.
Een Haarlemse grootindustrieel kocht op een veiling in 1876 de ‘Heerlijkheid Callantsoog’. Dat betekende dat een groot gebied rond Callantsoog in zijn bezit kwam. Het Zwanenwater, de Zuid- en Noordduinen en een groot deel van het bijbehorende strand werden zijn eigendom. Als je oude kaarten bekijkt dan zie je het dorp Callantsoog als een soort schiereiland tussen de bezittingen van de rijke fabrikant M.P.T. Prévinaire ingeklemd liggen. Bovendien kocht hij er regelmatig onroerend goed in Callantsoog bij. Hij zag zijn bezittingen in Callantsoog als één groot privaat recreatiegebied, waar hij naar hartenlust kon jagen, wandelen, baden en golfen. Hij duldde daarom beslist geen onbevoegden op zijn grondgebied en gebruikte prikkeldraad om mensen op een afstand te houden. Voor hem en zijn opvolger was het dan ook onbestaanbaar dat Callantsoog zou uitgroeien tot een drukbezochte toeristische bestemming. In 1900 overleed Prévinaire en werd opgevolgd door zijn schoonzoon, jonkheer C.F. van de Poll, die net als hij niet veel ophad met het ‘democratische’ strandtoerisme en de badgasten.
In 1913 opende Callantsoger Piet Vos het eerste hotel in Callantsoog. Vos was een belangrijke voortrekker in de ontwikkeling van Callantsoog tot badplaats. In de Eerste Wereldoorlog verbleven Nederlandse militairen in zijn hotel. Na die oorlog, in 1918, stond hij aan de wieg van de plaatselijke VVV en werd lid van de gemeenteraad, later zelfs wethouder. Vos kreeg te maken met burgemeesters die hem tegenwerkten en burgemeesters die hem ter wille waren. Het strandtoerisme was hoe dan ook niet meer tegen te houden. In 1930 had Callantsoog al vijf hotels. Het overlijden van jonkheer Van de Poll in 1936 betekende dat Callantsoog nog meer toeristen te verwerken kreeg. De ‘Groote Villa’ van de jonkheer werd verkocht en in 1937 omgebouwd tot hotel.
In 1938 besloot de VVV een Badbode uit te geven, speciaal voor de badgasten. Het werd steeds drukker in Callantsoog. Toch kwam er twee jaar later een abrupt einde aan de opkomst van de badplaats. De Tweede Wereldoorlog was aangebroken. Callantsoog werd toevluchtsoord voor veel Helderse vluchtelingen die hun zwaar door bombardementen gehavende stad verlieten. Hotelier Vos: ‘Ook zij moesten onderdak hebben en kregen die ook.’ Vos zag de bestedingen van de vluchtelingen bij de Callantsoger middenstand als een welkome compensatie voor gederfde inkomsten uit het strandtoerisme. De ontwikkeling tot badplaats stagneerde maar kwam na de Tweede Wereldoorlog in een stroomversnelling.
Als redactielid van De Clock van Callens-ooghe, het kwartaalblad van de Historische Vereniging Callantsoog, verdiep ik me regelmatig in de geschiedenis van Callantsoog en schrijf er populaire artikelen over. Als het nodig is doe ik aanvullend archiefonderzoek in Alkmaar. Eerder maakte ik een werkstuk in het kader van de Open Universiteit-cursus Facetten van Vertier over de totstandkoming van het naaktstrand in Callantsoog. Tijdens het schrijven van dat werkstuk kwam ik op het idee mijn masterscriptie te schrijven over de ontwikkeling van Callantsoog tot badplaats. Het lijkt me de moeite waard om te onderzoeken welke gunstige en ongunstige factoren daar een rol bij speelden. Er is ruim voldoende literatuur en materiaal voorhanden om daar zicht op te krijgen. De hoofdvraag heb ik als volgt geformuleerd: Hoe heeft Callantsoog zich ondanks ongunstige factoren van 1876 tot 1940 tot badplaats kunnen ontwikkelen?
Mocht u na het lezen van deze informatie nieuwsgierig zijn geworden naar het boek dan kunt u het bestellen via https://www.mijnbestseller.nl/site/userwebsite/index/id/keeszwaan of bij iedere boekhandel voor € 19,95.